Galerie SANAA
Jansdam 2
3512 HB Utrecht
The Netherlands
+31 (0)30 2367242
info@galeriesanaa.nl
open wo t/m za 12.00 - 18.00 uur
en op afspraak


Nieuwsbrief ontvangen? Schrijf u hier in.
Julius Stibbe | The Lady, 2018 Wouter Paijmans | refrigerator, 2019 Julius Stibbe | bovenkamer, 2018 Wouter Paijmans | Under the carpet, 2019 Julius Stibbe | at the beach, 2018 Julius Stibbe | maandagochtend, 2018 Derk Thijs | inspiration & exhaustion Wouter Paijmans | Object (3X), 2019 Julius Stibbe | Ik weet niet, 2018 Derk Thijs | z.t., 2019, 171x42x32 Derk Thijs | Seatangle, 2017 Derk Thijs | z.t., 2018 Derk Thijs | z.t., 2019
 

The Mutability of Being

 

Over de expositie

Mutability of being  (ook open op zondag 3 en 10 maart)

Alles om ons heen lijkt in een constante beweging te zijn; nog maar amper bekomen van het ene voorval dient zich de volgende verandering al aan. In wezen is alles verandering, begrippen die fluïde zijn, vormen die vergankelijk zijn/muteren, beelden uit verschillende werelden die samen weer een nieuwe dimensie creëren. In de tentoonstelling Mutability of being  met werk van Wouter Paijmans (1991), Julius Stibbe (1995) en Derk Thijs (1977) spelen de kunstenaars met kleur, techniek, materialiteit en veranderlijkheid en geven ze een inzicht in het onderzoek naar de essentie daarvan in hun werk

Wouter Paijmans

Wouter Paijmans laat twee kanten van zijn werk zien: de fijngevoelige kant waarin hij met textiel werkt en borduurt en de kille kant wanneer hij met het koude aluminium werkt. De twee technieken samen maken het tot een kwetsbare, venijnige eenheid. Paijmans gaat kimono’s te lijf en maakt er casual kleding van in de vorm van Hoodies en hangt deze vervolgens aan puntige, scherpe kapstokken. Gevaarlijk en confronterend. Hij zet materialen en voorwerpen naar zijn hand en muteert de oorspronkelijkheid ervan.

Derk Thijs

Derk Thijs laat in deze expo het doek los en creëert met acryldrager zijn eigen ondergrond. Het resulteert in een kwetsbaarheid en transparantie die het werk een haast goddelijke uitstraling lijkt te geven. Thijs zoekt naar een beeldtaal die zijn voorliefde voor het cartooneske van Philip Guston en het impressionistische van Pierre Bonnard met elkaar verweeft. Het schijnbaar onverenigbare weet Thijs om te zetten in een synergie van kleur en stijl. Daarbij moet  ieder schilderij anders zijn omdat het uiteindelijk niet om de vorm gaat, maar om iets levends dat voortdurend van vorm verandert.

Julius Stibbe

Julius Stibbe gaat intuïtief te werk. Stibbe speelt met perspectief en neemt het niet zo nauw met schilderkunstige afspraken. Het is puur en authentiek, en bij vlagen ongrijpbaar. Elk doek is als een nieuw ‘zijn’, een nieuwe entiteit. In Stibbe's werk speelt de veranderlijkheid zich af in de alledaagsheid van het bestaan; de onderwerpen zijn willekeurig, zoals elke dag weer een nieuwe uitdaging is.

 

Toespraak bij de opening van Mutability of Being - Wouter Paijmans, Derk Thijs, Julius Stibbe, Galerie Sanaa, Utrecht. 1 maart 2019
Thomas van Huut
Wat is de tijd en wie ben ik? Bob Dylan gaf het mooiste antwoord op die laatste vraag. Hij zei: ‘Me? I change during the course of a day. I wake and I'm one person, and when I go to sleep I know for certain I'm somebody else.’ Ikben iemand die verandert, ik ben de hele tijd iemand anders. In de film I’m not there, waarin ik dit citaat van Bob Dylan voor het eerst hoorde, werd Dylan daarom gespeeld door zes verschillende acteurs.Wij veranderen continu, daar ben ik van overtuigd, en de materialen om ons heen zijn ook constant in beweging. Hoe, in zo’n veranderende wereld, tóch stabiele momenten te creeëren? Daar gaat volgens mij deze tentoonstelling over. Veranderen is wat de kunstenaar doet: hij of zij heeft het ene materiaal, en werkt het om tot iets anders. In de meeste gevallen zat er niemand op die specifieke nieuwe vorm te wachten (kunst is geen toegepast ontwerp), en dus is verandering de kern van de kunstenaarspraktijk. De kunstenaar maakt iets dat nieuw is.

Wouter Paijmanstoont zich zeer bewust van de veranderlijke aard van de materialen die hij gebruikt. Aluminium, een bijzonder buigzaam materiaal, kan bij hem vele vormen aannemen. Soms heel concreet, zoals de koelkasten uit Refrigerator (2019). Dan weer bijzonder abstract, zoals de vreemdgevormde kapstokken in Object (2019). Die herken je maar amper als kledinghanger. Het andere materiaal dat Paijmans veel gebruikt is textiel. Refrigerator bestaat uit drie koelkasten die gevuld zijn met kant-en-klare fabriekshoodies, en met hoodies die zijn gemaakt uit stof van Japanse kimono’s. Het  is een nogal aggresieve daad om kimono’s te verknippen tot hoodies. Er zit venijn in Paijmans’ werk, hij wil het materiaal met kracht zijn wil opleggen, en maakt die strijd zichtbaar. Curator Henk Logman vertelde me dat zich bij het ophangen had opgehaald aan een van Paijmans’ werken.De hoodies liggen nu in een koelkast, alsof Paijmans wil zeggen: genoeg veranderd, nu conserveren! Een bij voorbaat kansloos voornemen, maar daardoor niet minder krachtig.

Derk Thijs is een sculptuurmaker en schilder bij wie het doek zélf het onderwerp kan zijn. Het grote titelloze werk (2018) hier midden in de ruimte toont laag voor laag de zelf geconstrueerde ondergrond voor de schildering. De eerste barstjes zijn al ontstaan, en op sommige punten kijk je recht door het opgehangen doek heen. Het is een schilderij waarop nu eens niet de afbeelding, maar het materiaal de hoofdrol speelt. Interigerend is het eveneens titelloze sculptuur van vuren hout in een aluminium frame. Het zou een zeemeermin kunnen zijn, of een worm, maar ik denk dat ik de door Walter Benjamin beroemd geworden Angelus Novus van Paul Klee herken. Volgens Benjamin is dat de Engel van de Geschiedenis, die van grote hoogte de geschiedenis van de mensheid beziet: “Waar wij een reeks gebeurtenissen waarnemen, ziet hij één enkele catastrofe en daarin wordt zonder enig respijt puinhoop op puinhoop gestapeld, die hem voor de voeten geworpen wordt.”Anders dan Paul Klee’s Engel is de Engel van Thijs fysiek in de ruimte aanwezig. Het weerbarstige vuren hout is zit vol butsen en schrammen. In deze Engel is de geschiedenis van bewerking nog zichtbaar aanwezig. Er is nog een andere betekenis van veranderlijkheid in de kunst. De kunstenaar verandert iets, dat weer gefixeerd raakt. Tot een toeschouwer ernaar kijkt: dan kan het kunstwerk in de waarneming weer vele vormen aannemen.Dat brengt me bij die eerste vraag: Wat is de tijd? Filosoof Augustinus gaf het mooiste antwoord op die vraag. ‘Wat is de tijd? Wanneer niemand het me vraagt, weet ik het; wil ik het echter uitleggen aan iemand die het vraagt, dan weet ik het niet.’ We hebben allemaal een besef van wat tijd is, we beleven de tijd continu, maar vaststellen wat het écht is, daar slaagt niemand in. Kennelijk verandert er iets tussen ervaren en uitleggen.

Het gevoel dat Augustinus beschrijft heb ik ook als ik het werk van Julius Stibbe bekijk. Ik herken wat ik zie: gezichten, landschappen, mensen, dieren en dingen… Maar wanneer iemand me vraagt om aan te wijzen of uit te leggen wat ik precies zie, dan weet ik het niet. Stibbe schildert fantasierijke en vooral kleurrijke doeken, die bewust iedere vorm van uitleg lijken te willen ontglippen.Ik weet niet. Het staat letterlijk op een van zijn doeken. Dat Stibbe een technisch begaafd schilder is, blijkt uit het grote doek Bovenkamer (2018), daarop lijkt de verf exact lijkt te doen wat de kunstenaar wil. Andere schilderijen zijn veel wilder opgezet. Stibbe geeft de verf ook de ruimte om verf te zijn, zoals hij de toeschouwer de ruimte geeft om zelf de beelden op het doek te begrijpen.

De loze ruimte tussen de platen van Paijmans’ koelkasten verraadden dat het materiaal tegenwerkte toen de kunstenaar er koelkasten van wilde maken. Derk Thijs’ zelfgeconstrueerde schildersdoeken tonen hoe het acryl en textiel doorwerkt in de nieuwe vorm. De beelden die Stibbe schildert gaan in het hoofd van de toeschouwer een eigen leven leiden.

De kunstenaar bewerkt het materiaal, maar dat materiaal verzet zich: zo is er iets nieuws ontstaan.