opening zaterdag 8 juni, 15.00-17.00 uur door Peke Hofman
In de tentoonstelling Moved komen beelden samen van Har van der Put, Lon Robbé en Florette Dijkstra. Zij werken in verschillende media (verf op doek, digitale media, potlood op papier). Tegelijkertijd hebben ze veel raakvlakken in het verbeelden van onrustige, vervreemdende werelden.
De beelden lossen op in verfstreken, pixels, potloodlijnen. Ze zijn in hun beweging gestold, maar hun bewogenheid blijft. Zijn ze abstract? Gaan ze over de verwording van het beeld? Laten ze een wereld zien die van zijn stuk is gebracht? De kunstenaars houden het open, de toeschouwer kan het ervaren.
Florette Dijkstra onderneemt persoonlijke zoektochten naar ‘gaten’ in de geschiedenis: verzwegen, soms vergeten werelden. Ze vraagt zich geregeld af wat ‘kunst’ is en waar kunst is begonnen – niet alleen in het verleden, maar ook elke keer als iemand iets maakt. In Moved neemt ze het verleden in het heden op: haar tekeningen zijn op verschillende momenten in de tijd begonnen en kwamen onlangs ‘af’. Hun onderwerpen zijn divers, maar in potlood op papier raken ze vanzelf vervlochten.
Beperking en vrijheid, het vinden van de juiste balans daartussen: dat zijn de condities van waaruit Har van der Put werkt. Zijn bronnen: de kunstgeschiedenis, politieke situaties, persoonlijke frustraties, filosofische vragen, maar ook puur beeldende fascinaties, zoals die voor het fenomeen licht. Het werk ontstaat meestal in series, soms met één onderwerp, zoals wachtende soldaten, hotelkamers en schipbreuken, en soms met uiteenlopende onderwerpen die samengesteld een coherente maar niet-narratieve beeldenreeks vormen.
Lon Robbé reageert op de fotografische en digitale media die vrijwel ongemerkt ons kijken beïnvloeden. Doordat deze media suggereren dat ze transparant zijn, worden ze vrijwel automatisch onderdeel van de beelden die tot ons komen. Ze probeert de techniek tot een eigen expressie te verleiden en net als schilderkunst concreet aanwezig te laten zijn. Daarvoor gebruikt ze scan-technieken zoals die niet bedoeld zijn. Door emotionele camerabewegingen laat ze een interieur oplossen in een gefragmenteerde ruimte – abstract en concreet, digitaal en fysiek.
Moved, expo Sanaa
openingsschets door Peke Hofman, uitgesproken op 8 juni.
De Titel heeft meerdere lagen: de beweging die in het beeld achterblijft, het fysieke en tactiele gevoel. Maar ook het proces; een werkproces is altijd een beweging, het beeld is een fixatie van de beweging, wat weer eigenlijk een interne tegenstrijdigheid is, een contradictio in terminis. Het werk ontroerd (Moved)
Florette Dijkstra Veel verwijzingen naar de natuur, de bewegingen zijn voelbaar maar ook ongrijpbaar. abstractie tegenover figuratie; subtiel, gevoelig, zacht, handschrift.
centraalcomposities en ‘overall-composities’ leegte is de voorbode van de geboorte van een beeld
Tekening als ‘oervorm’ van de kunst het lijken momenten uit de tijd. Het maakproces is een zoektocht, of beter misschien een onderzoek; net als in het schrijven zoekt Florette naar het begin en het einde zonder het te vinden.
Haar werk doet mij denken aan het werk van Agnes Martin: een sobere zuiverheid, werk dat ‘leeg’ is en materiaalgebruik dat ongelofelijk gevoelig, kwetsbaar en minimaal is. Martin die lange tijd als een soort kluizenaar in de woestijn van New Mexico woonde liet haar werk ontstaan, zoekend en onderzoekend zonder een vooropgesteld plan is vergelijkbaar met de werkwijze van Dijkstra.
Ik vind het een basis van de kunst. Dit wordt nog versterkt door het gebruik van potlood en papier. De tekening is immers de oervorm van de kunst. Van de grotten van Altamira tot het hyroglieven in Egypte
Dijkstra’s tekeningen zijn opgebouwd uit honderden gearceerde lijntjes. Met die heel eenvoudige lijntjes, afkomstig uit een eenvoudig potlood en geplaatst zorgvuldigheid, iets wat haar hele oeuvre kenmerkt. Met die strakke lijntjes slaagt Dijkstra erin een wereld op te roepen die iets laat zien van de fragiliteit van het scheppingsmoment in de fragiliteit van het scheppingsmoment zelf.
Florette Dijkstra stelt zichzelf een vraag, gaat op zoek naar het antwoord en komt al zoekend zoveel andere informatie tegen dat het antwoord minder belangrijk wordt: het is zoeken en vinden wat je niet zocht.
Wat er ook al is gemaakt, de kunst begint steeds van voren af aan.
Har van de Put
werkt in series, meestal zwart-wit, vaak klein formaat waarin hij speelt met licht-donker, sfeer en de beweging in de verf. Je kunt ‘communiceren’ met schilders van vierhonderd jaar geleden door hun werken te bestuderen. Je ziet de vaart, het vangen van het moment.”
Het schilderen in puur zwart wit is vaak een ondergewaardeerde ambacht bij het grote publiek. Juist omdat er maar twee mogelijkheden zijn, of licht, of donker moet er veel bewuster worden nagedacht over compositie. Het werk van van der Put laat zich overduidelijk lezen als onderzoek waarbij de onderwerpen ondergeschikt zijn aan de betekenis van het beeld.
Har van der Put schetst niet, hij schildert. Zijn werk heeft weliswaar dezelfde directheid en charme als een schets, maar daar waar de schets het beginpunt is van een zoektocht, zijn de schilderijen Van der Put eerder een vervolg op iets dat al af is. De kunstenaar laat zich inspireren door voorwerpen en sferen en weet deze op geheel eigen wijze in te zetten om een nieuwe werkelijkheid te creëren.
Har van der Put is een echte schilder: hij gebruikt traditionele schilderstechnieken, maar de uitstraling van zijn werk is verre van klassiek. De schilderijen verwijzen zowel naar de traditie van de schilderkunst (technisch en kunsthistorisch) als naar zijn eigen wereld; de verbeelding van ruimte, licht en spanning.
Van der Put werkt in series. Dit is een belangrijk kenmerk voor zijn werk. Gedurende een aaneengesloten periode heeft hij een haast maniakale fixatie op één bepaald onderwerp. Zodra deze obsessie verzwakt, eindigt de serie. De passie voor het seriematig werken verhoogt zijn concentratie op het beeld. Deze wijze van werken legt hem geen dwang op, maar biedt hem juist een grotere vrijheid van interpretatie waardoor hij steeds verder de grenzen met betrekking tot de weergave van het onderwerp kan opzoeken. - Kleur leidt alleen maar af vindt Har van der Put en hij schildert dan ook enkel in grijstinten. Toch werken de doeken niet zwaar, maar hebben een ‘kleurig’ karakter door het samenspel van de verschillende grijstonen. De beperking tot de grijstinten vestigt de volledige aandacht op de vorm en het licht. Het ontbreken van kleur werkt raadselachtig en suggereert het binnentreden in een andere werkelijkheid of in een droomwereld. Meestal ontbreekt een mensfiguur als figurant waardoor het werk een verstild karakter krijgt.
Lon Robbé
Lon Robbé gebruikt hedendaagse technieken op een manier waarvoor ze niet bedoeld zijn. Manipulaties van beelden, digitaal, maar ook analoog worden massaal gebruikt voor eigen gewin, politieke beïnvloeding, verkoop van produkten, reclame, fake nieuws, influencers, entertainment etc. etc.
Robbé speelt met dezelfde technieken om schoonheid, natuur, landschap, sfeer te creëren om zo te laten zien dat elk medium, of het nu olieverf is of de nieuwste digitale technieken ook andere beelden kan opleveren dan die waarmee wij dagelijks geconfronteerd worden. Kunst is per definitie manipulatie van beeld. Van de pointilisten tot de computerkunst van bijvoorbeeld Peter Struyken, zij manipuleren de observant. Robbé geeft ons hiermee een schurend gevoel; tussen groei en constructie, tussen natuur en maakbaarheid, tussen impulsiviteit en concept. Met als doel zuiverheid en openheid voor de beschouwer, want de manipulatie heeft niet tot doel om de kijker, de consument, de geïnteresseerde één kant op te krijgen zoals dat het geval is in onze beeldcultuur. Nee, ik zou zeggen het tegenovergestelde; We worden geconfronteerd met beelden die we zelf moeten interpreteren zonder last of ruggespraak.
Ze zegt het zelf heel mooi: “Ik wil dat je je eigen standpunt in het beeld terugziet, je eigen ervaring meeneemt. Ik wil opkomen voor de subjectiviteit in een wereld waarin alles gecontroleerd lijkt.”
samenvattend
Deze expositie is om meerdere redenen bijzonder; naast de kwaliteit van deze drie top-kunstenaars maakt de combinatie het geheel tot een verrassing; immers, bij een eerste blik, de eerste indruk is juist dat de kunstenaars sterk verschillen; dan gaan we vooral af op de technieken en materialen van de drie die behoorlijk verschillen. Maar kijk je wat langer, wat beter ga je snappen waarom Berthe en Florette tot deze keuze zijn gekomen.
Zoals ik al aangaf is bij alle drie de kunstenaars het onderzoekend proces voelbaar Vanuit deze attitude is het ook begrijpelijk dat ze alle drie veelal in series werken. Net als in de wetenschap kan onderzoek enkel plaats vinden als je series maakt, vergelijkingen kunt trekken, overeenkomsten of juist verschillen kan vaststellen.
Alle drie spelen met de grens van abstractie en figuratie; veel beelden kunnen worden opgevat als abstrakt, maar tegelijkertijd zijn er vaak ook weer herkenbare vormen te ontdekken of op zijn minst subtiele verwijzingen naar werkelijkheden zoals landschap, natuur, groeivormen etc.
Alle drie de kunstenaars hebben het materiaal, en met name het gebruik ervan onderdeel gemaakt van hun inhoud; met andere woorden het materiaalgebruik is meer als een formeel hulpmiddel om iets uit te drukken, het wordt namelijk zelf een bestanddeel van de betekenis.
Tot slot, en zo begon ik ook, beweegt het werk van deze kunstenaars, Bij van der Put is de fysieke beweging zichtbaar en voelbaar, Bij Florette ontstaat beweging met name door ritme, compositie en de suggestie van het moment. Robbé zorgt haar werkwijze voor trilling, vibratie van kleur en vlak.
Maar voor mij is de essentie van de beweging het zichtbaar maken van het proces, het proces als een beweging door de tijd waarbij het einde, het resultaat nooit vaststaat..